Wachten vinden mensen meestal niet leuk. Maar tijdens mijn spreekuur van vandaag krijg ik een ander beeld. De deur van mijn spreekkamer staat open en ik hoor eigenlijk een en al gezelligheid.
Meneer Dirks en meneer Van de Broek zijn druk in gesprek. Ze ondergingen kort na elkaar een transplantatie en lagen een tijdje bij elkaar op een kamer. Meneer Dirks kreeg een nier van zijn vrouw, en die werkte direct. Meneer Van de Broek kreeg een nier van een overleden donor. Zijn nieuwe nier begon te plassen op de dag dat meneer Dirks met ontslag mocht.
Hoe gaat het nu met hen? Meneer Dirks wandelt elke dag een uur. Heel knap, want zijn niertransplantatie is nog maar drie weken terug uitgevoerd. Meneer Van de Broek hoeft sinds de opname niet meer te dialyseren en heeft nu twee keer per week fysiotherapie. Alle andere dagen zit hij vaak thuis op de hometrainer. Het gaat met beiden gelukkig goed.
Een uur later roep ik mevrouw Lemstra op binnen te komen, maar ze is zo druk in gesprek met een andere patiënt dat ze mij niet hoort. Wanneer ik haar naam nogmaals noem, kijkt ze op. Ze geeft haar gesprekpartner een vriendschappelijk klopje op de schouder.