Oranjekoek

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Meng de bloem met de maïzena en zeef dit in een kom.

Voeg de blokjes boter roe en wrijf deze met de handen fijn door het bloemmengsel; het moet een kruimelig mengsel worden.

Meng er de suiker, de bakpoeder, de specerijen en de sinaasappelsnippers door.

Klop het ei los met 60 ml. water en voeg dit tot aan het deeg.

Kneed het snel door elkaar tot een samenhangende bal.

Dek het deeg af met plastic folie en laat het 10 minuten rusten.

Verkruimel ondertussen de amandelspijs en meng er het losgeklopte ei door. (Houd 1 theelepel ei achter!)

Deel het deeg in twee net niet even grote stukken.

Rol het grootste stuk uit op een met bloem bestoven werkblad tot een lap van 25 x 25 cm.

Leg de lap op een ingevette bakplaat.

Verdeel de amandelspijs gelijkmatig over de deegplak; laat overal een rand van 1 cm vrij.

Vouw de randen over de spijsvulling naar binnen.

Kwast de randen in met de achtergehouden theelepel losgeklopt ei.

Rol het andere stuk deeg uit tot een plak van 21 x 21 cm.

Leg de lap voorzichtig over de vulling en druk de zijkanten goed op elkaar.

Rol met de deegroller voorzichtig de bovenkant glad.

Prik de bovenkant van de koek in met een vork.

Bak de koek in ongeveer 30 minuten gaar.

De bovenkant is dan nog een beetje zacht.

Laat de koek zover afkoelen dat u hem van de plaat kunt halen zonder dat hij breekt en laat de koek op een rooster volledig afkoelen.

Zeef de poedersuiker boven een kom en voeg zoveel water toe als nodig is om een smeerbaar glazuur te krijgen.

Roer er wat oranje kleurstof door om de gewenste kleur te krijgen.

Verdeel de glazuur over de bovenkant van de koek en strijk het met een pannenkoekmes in één richting glad.

Laat de glazuur opstijven en zet de koek een dag luchtdicht verpakt weg.

Verdeel de koek dan in ca. 20 stukjes van 2 x 2 cm.