Lanreotide bij cystenieren

Bij cystenieren (ADPKD) kunnen de cysten zo groot worden dat ze pijnklachten veroorzaken. Dit gebeurt vooral bij cysten in de lever. De cysten drukken het weefsel van de lever aan de kant. Dat kan ook andere klachten veroorzaken, zoals een vol gevoel, misselijkheid en ongewenst afvallen. Soms zijn de klachten zo erg dat uiteindelijk een levertransplantatie nodig is.

Om de klachten te verminderen, kan de arts het medicijn lanreotide (merknaam: Somatuline Autosolution) voorschrijven. Dit middel remt de werking van het stofje cAMP in het lichaam af. Daardoor wordt ook de groei van de cysten geremd.

Lanreotide remt de groei van de cysten, maar heeft geen invloed op de werking van de nieren. Het middel tolvaptan heeft dat wel: het zorgt er ook voor dat de nierfunctie minder snel achteruitgaat. Daarom is tolvaptan de eerste keus bij cystenieren als de nieren vergroot zijn en de werking van de nieren achteruitgaat.

Lanreotide wordt met name voorgeschreven bij klachten door een vergrote lever. Tolvaptan heeft namelijk geen effect op de cysten in de lever. 

Je krijgt het middel 1 keer per maand als injectie. Het gaat om een subcutane injectie. Dat betekent dat het middel moet worden ingespoten onder de huid, bijvoorbeeld in de bil of bovenbeen. Hiervoor kan een verpleegkundige bij jou thuis langskomen. Of je kunt het zelf doen. De verpleegkundige leert jou dan hoe dat moet.

Net als andere medicijnen kan lanreotide bijwerkingen veroorzaken. Een overzicht van mogelijke bijwerkingen vind je in de bijsluiter. De volgende bijwerkingen komen voor.

• buikpijn en diarree 
• galstenen en andere aandoeningen aan de galblaas

Ook is er meer risico op infectie van de cysten in de lever. Je kunt het middel daarom beter niet gebruiken als je in het verleden al eens een levercyste-infectie hebt gehad.