Projectcode 20OI161 Projectleider prof. dr. Sandrine Florquin Projecttype Innovation Organisatie Amsterdam UMC Locatie AMC - Afd. Pathologie Toegekend bedrag € 100.000,00 Startdatum 1-04-2021 Looptijd 24 maanden Status Lopend
Doel
Onbekende virussen detecteren die donornieren beschadigen. De onderzoekers willen deze virussen opsporen met nieuwe technieken die ook zijn gebruikt om bijvoorbeeld Sars-CoV-2 te ontdekken. Als patiënten inderdaad met nieuwe virussen te maken blijken te hebben, kunnen zij de juiste behandeling krijgen waardoor de donornier langer meegaat.
Samenvatting
Niertransplantatie is de beste behandeling voor patiënten met eindstadium nierfalen. Met de krachtige afweerremmende medicatie is de transplantaatoverleving sterk verbeterd, in het bijzonder de e´e´njaarsoverleving (circa 90%). Om afstoting te voorkomen krijgen patiënten immunosuppressiva; deze remmen de functie van belangrijke afweercellen. Tegelijkertijd leidt het gebruik van immunosuppressiva tot een verhoogd risico op infecties, met name virusinfecties. De meest bekende virale verwekkers na niertransplantatie zijn CMV en BK-infectie. BK-virus koloniseert de cellen die de nierbuisjes bekleden, wat leidt tot veel schade aan de getransplanteerde nier met vaak verlies van nierfunctie en uiteindelijk het transplantaat.
Biopten uit een falend transplantaat laten onder de microscoop regelmatig een schadepatroon zien dat vergelijkbaar is met BK-virusinfectie. Toch is het BK-virus regelmatig niet aantoonbaar. In die situatie (de functie van de donornier gaat achteruit en er kan geen BK-virus gevonden worden) is op dit moment de gedachte dat de patiënt een afstotingsreactie heeft. De patiënt krijgt dan méér afweeronderdrukkende medicijnen. Een deel van deze mensen verliest binnen drie jaar alsnog zijn of haar donornier. De onderzoekers vermoeden dat er onbekende virussen zijn die leiden tot schade aan de getransplanteerde nier. Ze hebben inmiddels een groot deel van de niertransplantatiebiopten gedetailleerd opnieuw beoordeeld en 50 laten deze ernstige virusachtige afwijkingen zien. De overleving van een transplantaat met dergelijke afwijkingen is slecht, waardoor het ontdekken van nieuwe virussen klinisch relevant is.
De onderzoekers gebruiken twee complementaire technieken waarvan de eerste techniek (VIDISCA-NGS) het genetisch materiaal van vrijwel alle virussen onderzoekt en de tweede techniek (SWATH-MS proteomics) de gevormde virale eiwitten detecteert. Door middel van het gebruik van een combinatie van deze twee gevoelige technieken is de kans zo klein mogelijk dat ze virusmateriaal missen. Beide analysen verrichten ze op bloed, urine en weefselmateriaal van 30 sterk verdachte samples.
https://nierstichting.nl/nieuws/2021/01/onbekende-virussen-en-schade-aan-de-donornier/
Trefwoorden
Soort: klinisch onderzoek, identificatie, menselijk materiaal
Onderwerp: transplantatie, donornieren, infectieziekten, virussen, afstoting, immunosuppressiva