Projectcode 20OK012 Projectleider Gonca Karahan PhD Projecttype Kolff Organisatie LUMC Afd. Immunologie Toegekend bedrag € 223.200,00 Startdatum 1-02-2022 Looptijd 36 maanden Status Lopend
Doel
Beter kunnen voorspellen welke nierpatiënten na transplantatie te maken krijgen met afstoting door donor-specifieke antistoffen. Onderzoeken of geheugencellen inderdaad de bron zijn van terugkerende donor-specifieke antistoffen na niertransplantatie, en of deze geheugencellen bijdragen aan de afstoting van het niertransplantaat.
Samenvatting
Niertransplantatie is de beste behandeling voor patiënten met eindstadium nierfalen, maar er is altijd een risico dat het lichaam van de ontvanger de donornier afstoot. Verschillen tussen donor en patiënt in eiwitten die onder andere op niercellen aanwezig zijn (humane leukocyten antigenen: HLA) kunnen zorgen voor zo’n afweerreactie. Patiënten die eerder in aanraking zijn gekomen met lichaamsvreemd HLA, via bloedtransfusies, zwangerschappen of eerdere transplantaties, hebben een groter risico op afstoting veroorzaakt door antistoffen tegen HLA.
Wanneer deze antistoffen gericht zijn tegen de orgaandonor, worden ze donor-specifieke antistoffen (DSA) genoemd. DSA zijn een belangrijke risicofactor voor afstoting en transplantaatverlies. Vooral bij patiënten met DSA tegen een groot deel van de donoren is dit problematisch. DSA kunnen verwijderd worden door de patiënt voor de niertransplantatie een desensibilisatiebehandeling te geven. Voor deze intensieve behandeling wordt gekozen als een patiënt weinig uitzicht heeft op een ‘normale’ niertransplantatie. Maar na transplantatie komen DSA vaak terug en zorgen ze alsnog voor afstoting.
Aanraking met vreemd HLA zorgt ook voor de ontwikkeling geheugen B-cellen, afweercellen die na een tweede aanraking met lichaamsvreemde eiwitten snel geactiveerd worden en antistoffen aanmaken. Deze geheugencellen kunnen dus zorgen voor de terugkeer van DSA.
De onderzoeker veronderstelt dat het onderzoeken van geheugencellen belangrijk is om het beloop van DSA en daarmee het succes van desensibilisatie te voorspellen. Om dit te testen maakt ze gebruik van een nieuwe methode om HLA-specifieke geheugen B-cellen te meten. Ze zal onderzoeken of geheugencellen inderdaad de bron zijn van terugkerende DSA na niertransplantatie, en of deze geheugencellen bijdragen aan de afstoting van het niertransplantaat. Ook brengt ze de totale populatie van B-cellen in het bloed in kaart met geavanceerde monitoring-technieken die inzicht geven in het type-B-cellen en hun activatiestatus. Daarnaast bestudeert de onderzoeker HLA-specifieke geheugencellen in lymfeklieren. Afweercellen reizen tussen de lymfeklieren in het lichaam waardoor deze lymfeklieren relatief meer en ook andere afweercellen bevatten dan het bloed.
Als het terugkeren van DSA en afstoting voorspeld kan worden door de aanwezigheid van geheugencellen in bloed en/of lymfeklieren, kan deze methode worden gebruikt om te voorspellen bij welke patiënten na niertransplantatie afstoting optreedt. Bovendien kan de opgedane kennis over het onderliggende mechanisme helpen om de desensibilisatiebehandeling beter toe te spitsen op de individuele patiënt. Dit leidt mogelijkerwijs tot een betere transplantaatoverleving en tot een betere kwaliteit van leven voor de patiënt.
https://nierstichting.nl/wat-wij-doen/onderzoek-en-patientenhulp/1-miljoen-euro-onderzoek/donornieren-voor-transplantatiepatienten-met-veel-antistoffen/
Trefwoorden
Soort: klinisch onderzoek, identificatie, menselijk materiaal.
Onderwerp: transplantatie, afstoting, humane leukocyten antigenen, donor-specifieke antistoffen, geheugencellen, B-cellen, lymfeklier