Onbekende virussen en schade aan de donornier

Professor Sandrine Florquin van het Amsterdam UMC heeft een van de innovatiebeurzen van de Nierstichting gekregen. Ze onderzoekt of er onbekende virussen bestaan die een getransplanteerde nier kunnen beschadigen.

Een patiënt met een getransplanteerde nier krijgt de rest van zijn leven medicijnen die het afweersysteem onderdrukken. Dat is nodig om afstoting van de nieuwe nier te voorkomen. De kans op een virusinfectie wordt dan wel groter. En een virus kan in de nier zoveel schade veroorzaken dat deze uiteindelijk niet meer goed werkt. Op dit moment is er één virus bekend dat schade aan de getransplanteerde nier veroorzaakt, het BK-virus. Gaat de functie van een getransplanteerde nier achteruit, dan gaat men ervan uit dat het óf het BK-virus is of een afstootreactie.

BK-virus nergens te bekennen
Maar patholoog Sandrine Florquin ziet iets geks in biopten van getransplanteerde nieren: “Sommige biopten laten precies de schade zien die het BK-virus veroorzaakt, terwijl het BK-virus nergens is te bekennen.” Florquin vermoedt daarom dat er andere, onbekende virussen zijn die schade aan de getransplanteerde nier veroorzaken. Florquin: “Al jaren denk ik dat het om een virusinfectie gaat, maar we hadden nog niet de techniek om zo’n virus te kunnen ontdekken.”

Nieuwe technieken
Nu zijn die technieken er wel. Met twee technieken onderzoekt ze of ze nieuwe virussen kan detecteren in biopten die zijn genomen bij patiënten bij wie de functie van de donornier afnam. Allereerst gebruikt ze de techniek waarmee ook het coronavirus is ontdekt. “Die techniek leest alle lettertjes van het genoom uit, niet alleen van het menselijke genoom maar ook de rest.” Een computersysteem verwijdert de menselijke delen en dan blijft een virus of bacterie over. Een computer kan ook aangeven om welk type virus het gaat. Met een tweede techniek is het mogelijk eiwitten af te lezen, waaronder eiwitten die bij een virus horen.
Ze gebruikt bewust twee verschillende technieken om onbekende virussen op het spoor te komen. “De technieken zijn zo gevoelig dat er altijd een klein risico is dat je iets meet wat niet klinisch relevant is. Als je twee keer hetzelfde vindt, weet je zeker dat het belangrijk is.”

De juiste behandeling
Kennis over andere virussen dan het BK-virus is belangrijk voor patiënten met een donornier. Als de functie van de nieuwe nier achteruitgaat en er kan geen BK-virus gevonden worden, is op dit moment de gedachte dat de patiënt een afstotingsreactie heeft. Hij of zij krijgt dan méér afweeronderdrukkende medicijnen. Een deel van deze mensen verliest binnen drie jaar alsnog zijn of haar donornier. Als er andere virussen opgespoord kunnen worden, zou de patiënt een andere behandeling krijgen: minder medicijnen. Het afweersysteem krijgt dan de gelegenheid het virus op te ruimen.
Uiteindelijk zou deze nieuwe kennis ook van belang kunnen zijn voor een andere groep patiënten, namelijk mensen met een ontsteking in de nier (geen transplantaat) waarvan de oorzaak onduidelijk is. “We zitten nu nog in de ontdekkingsfase. We hopen een aantal nieuwe virussen te kunnen aantonen. Dan kunnen we verder kijken in een andere groep patiënten of dezelfde virussen mogelijk een rol spelen.”

Toekenning
Ieder jaar stelt de Nierstichting beurzen beschikbaar voor projecten die baanbrekende innovaties kunnen bewerkstelligen. Als die projecten slagen hebben ze een grote impact op de kwaliteit van leven van nierpatiënten, de preventie van nierschade of nieronderzoek in het algemeen. Bij de beoordeling van een projectvoorstel ligt de focus op innovativiteit en originaliteit. Zes innovatieve onderzoeksvoorstellen zijn afgelopen jaar gehonoreerd met een subsidie van ieder € 100.000. Het onderzoek van Sandrine Florquin is een van de zes voorstellen.