Fouten in zoutonderzoeken

Af en toe duiken er wetenschappelijke publicaties op die stellen dat zout helemaal niet zo slecht is voor de gezondheid. Maar de methodiek van deze studies rammelt vaak. De degelijke studies tonen aan dat zout wel degelijk schadelijk is.

De norm voor onze dagelijkse zoutinname is maximaal 6 gram per dag. Maar sommige studies zeggen bewijs te hebben dat méér zout helemaal geen probleem is. Sommige studies pleiten zelfs voor het verdubbelen van de limiet van 6 gram. Of betogen juist dat weinig zout erg gevaarlijk is. Wat moeten we nu geloven?

Verschillende manieren om zout te meten
Er zijn verschillende meetmethoden voor het vaststellen van de zoutinname. Je kunt bijvoorbeeld gedurende 24 uur al iemands urine verzamelen (de 24-uursmeting), meerdere 24-uursmetingen doen, een urinesample (1 monster op een willekeurig moment op één dag) en urinesamples van meerdere dagen nemen. Begin van de zomer werd een onderzoek* gepubliceerd waarin voor het eerst al deze meetmethoden met elkaar zijn vergeleken. Ook keken de onderzoekers naar de relatie tussen zoutinname en sterfte.

24-uursmeting
Meer dan 90 procent van het zout dat men gedurende de dag binnenkrijgt wordt uitgescheiden in de volgende 24 uur. Daarom is de meest nauwkeurige meetmethode de hoeveelheid zout over 24 uur te meten. En omdat je zoutinname varieert van dag tot dag, is de gouden standaard het uitvoeren van meerdere 24-uursmetingen.

De metingen verricht met één urinesample worden onder meer beïnvloed door vochtinname, tijdstip op de dag, lichaamsbouw, tijdstip van de laatst genuttigde maaltijd en hoeveel zout er in die maaltijd zat. Deze metingen zijn minder constant dan 24-uurs-metingen en dus minder betrouwbaar. Om de meting om te zetten naar een fictieve 24-uurs meting, gebruiken onderzoekers de zogeheten Kawasaki-formule. Nu blijkt dat de zoutinname door deze meetmethode met zo’n 3 gram per dag wordt overschat. Als je bijvoorbeeld 12 gram zout lijkt te eten, is dit feitelijk ‘maar’ 9 gram. De link die wordt gelegd met sterfte bij hogere zoutinnames, ligt dus feitelijk 3 gram lager. Als we op basis van deze gegevens de zoutnorm zouden verhogen is dit zeer onverstandig.

Op 10 augustus 2018 publiceerde dagblad Trouw een artikel waarin werd gepleit voor het loslaten van de strenge normen. Het onderzoek is gebaseerd op urinesamples die mensen op één dag moesten inleveren. Onbetrouwbaar dus, zo blijkt uit het grote onderzoek van begin van de zomer. Hoewel het onderzoek waar Trouw aan refereert is uitgevoerd met data van zeer veel mensen, kwamen deze mensen van over de hele wereld. En eet- en leefgewoonten verschillen enorm per cultuur, net als de zoutinname. Het is maar de vraag of resultaten die bijvoorbeeld in China zijn gevonden, van toepassing zijn op ons in Nederland.

Meer zout, meer sterfte!
Wanneer meerdere 24-uurs urinemetingen worden gedaan, vertoont zoutinname een direct lineair verband met sterfte. Dus: hoe meer zout mensen eten, hoe hoger hun risico op sterfte is. Mensen die meer zout binnenkrijgen, hebben een hogere bloeddruk, wat kan leiden tot (verergering van) nierschade en (sterfte door) hart- en vaatziekten.

Iris Groenenberg (programmedewerker Preventie bij de Nierstichting): “Veruit het meeste kwalitatief hoogwaardige wetenschappelijke onderzoek toont aan dat minder zout een enorme bijdrage levert aan het voorkomen van hart- en vaatziekten, de meest voorkomende doodsoorzaak in de wereld. De vraag is niet óf we zoutinname moeten verlagen, maar hóe.”

Wat doet de Nierstichting?
De Nierstichting werkt hard aan de bewustwording rondom zout en nierschade. We geven mensen inzicht in het eigen zoutgebruik en laten ze proeven dat minder zout eten makkelijk kan en lekker is. Dat doen we bijvoorbeeld met campagnes over zoutbewust eten en tools zoals de Zoutmeter en een digitale kruidenwijzer. Daarnaast lobbyen we voor strengere afspraken over minder zout, suiker en verzadigd vet in voedingsmiddelen. Want 80 procent van onze zoutinname zit in voedingsmiddelen die we kopen in de supermarkt.

*) Feng J He e.a. – Errors in estimating usual sodium intake by the Kawasaki formula alter its relationship with mortality ─ Implications for public health