Nierweefsel printen
11 juli 2018
De Nierstichting heeft een subsidie van 100.000 euro beschikbaar gesteld aan dr. Carlos Mota voor zijn innovatieve onderzoek naar het bioprinten van nierweefsel. Hij komt daarmee mogelijk een stapje dichterbij bij een implanteerbare kunstnier.
Een implanteerbare kunstnier is misschien wel dé nierfunctievervangende therapie van de toekomst. Maar hoe kom je daar? Een nier bestaat uit ongeveer 1 miljoen nefronen, de eenheden die samen verantwoordelijk zijn voor het functioneren van de nier. In de afgelopen jaren heeft dr. Carlos Mota met zijn onderzoeksgroep van de Universiteit Maastricht (MERLN-instituut) gewerkt aan een nefron-model. Door menselijke stamcellen te laten ontwikkelen tot cellen die het nefron vormen is de ontwikkeling van de nier nagebootst.
Mininiertje
Inmiddels is de kennis over het bouwen van weefselstructuren toegenomen en blijkt het mogelijk te zijn om mininiertjes (organoïden) te ontwikkelen vanuit stamcellen. Tot op heden zijn de bouw en vorm van die mininiertjes echter nog niet goed genoeg ontwikkeld om een functioneel mininiertje te krijgen. De verwachting is dat dit wel mogelijk is door de ontwikkeling van het mininiertje specifieker aan te sturen.
In het nieuwe project gaat Carlos Mota stamceltechnologie met 3D-printen van biomateriaal (3D-bioprinting) combineren. De onderzoekers zullen bioprinting gebruiken om de basale nefronstructuren (nierfiltertjes, nierbuisjes en bloedvaten) op een gecontroleerde manier op de juiste plaats te brengen. Door de juiste omgevingsfactoren te bieden kunnen de structuren zich ontwikkelen tot een nieuw nefron-model. De verwachting is dat dit model in bouw, vorm en stabiliteit beter ontwikkeld is dan de huidige modellen. Uiteindelijk zou het in de verre toekomst kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van een implanteerbare kunstnier.
High risk – high gain
Binnen het Innovatieprogramma stelt de Nierstichting beurzen beschikbaar tot 100.000 euro voor zeer innovatieve onderzoeksprojecten die bijdragen aan meer kennis over nierziekten, betere behandeling van nierziekten en betere patiëntenzorg. De Nierstichting accepteert in dit programma een hoger risico op het falen van de onderzoekhypothese, omdat het project in potentie een grote impact heeft op de kwaliteit van leven van (toekomstige) nierpatiënten.