Feiten en cijfers

Elk jaar komen er zo’n 2.000 patiënten met nierfalen bij. We spreken van nierfalen als je nieren voor minder dan 15% werken. Om in leven te blijven zijn dialyse of een niertransplantatie nodig.

Dialyse

Transplantatie is niet altijd mogelijk of gewenst. Bovendien is er een groot tekort aan donornieren. Dialyse is een belangrijk, maar zwaar alternatief. In Nederland zijn er ongeveer 6.200 mensen afhankelijk van dialyse.

Er zijn twee manieren van dialyse, hemodialyse (HD) en peritoneaaldialyse (PD). Een aantal cijfers:

  • 80 procent van de mensen dialyseert middels HD in een centrum
  • 4 procent van de mensen dialyseert middels HD thuis
  • 16 procent van de mensen dialyseert middels PD

Elk jaar komen er ongeveer 2.000 patiënten met nierfalen bij. Dat aantal stijgt waarschijnlijk de komende jaren, onder andere door vergrijzing en de toename van mensen met diabetes en hoge bloeddruk.

Zwaar en tijdrovend

Jaarlijks overlijdt gemiddeld 1 op de 6 dialysepatiënten. Van de nierpatiënten die starten met dialyse tussen hun 45e en 65e jaar, overlijdt de helft binnen vijf jaar.

Dialyse kan namelijk maar beperkt de nierfunctie overnemen (PD: 5% tot 10%, HD: 10% tot 15%). Om te hoge ophoping van afvalstoffen tegen te gaan, zijn een dieet en medicatie noodzakelijk. Verder belast dialyse het hart en de bloedvaten, waardoor dialysepatiënten een grote kans hebben te overlijden aan hart- en vaatziekten.

Het dagelijks leven van een patiënt staat grotendeels in het teken van dialyse. Dialyseren kost namelijk veel tijd, meestal 3 keer per week 4 uur, exclusief voorbereiding, eventuele reistijden en hersteltijd na dialyse.

Transplantatie

In 2023 vonden er 1020 niertransplantaties plaats, waarvan 505 (49%) met een nier van een levende donor (donatie bij leven) en 515 (51%) met een nier van een overleden donor (postmortale donatie). In totaal leven er in Nederland inmiddels iets meer dan 12.000 mensen met een werkende donornier.

Het aantal niertransplantaties in Nederland steeg afgelopen 25 jaar van ruim 400 naar ongeveer 1.000 per jaar. Ongeveer de helft van de transplantaties in Nederland vindt plaats met een nier van een levende donor. Ons land loopt daarmee voorop in Europa. Donatie bij leven is van levensbelang, want er is nog steeds een groot tekort aan postmortale donornieren.

Donortekort

Meer kwaliteit van leven

Met een niertransplantatie hebben patiënten een hogere levensverwachting dan met dialyse. Mensen met een donornier van een overleden donor leven gemiddeld 10 jaar zonder dat ze weer dialyse of weer een transplantatie nodig hebben.

Als de donornier afkomstig is van een levende donor en getransplanteerd wordt na het starten van de dialyse, blijft de donornier gemiddeld 20 jaar functioneren. Gemiddeld werkt de donornier 25 jaar als de transplantatie plaatsvindt vóórdat dialyse is gestart, met een nier van een levende donor (preëmptieve transplantatie).

Na 5 jaar functioneert nog 69% van de postmortale donornieren. Voor donornieren van een levende donor is dat gemiddeld 85%.

De resterende levensverwachting van een 20-jarige patiënt met nierfalen die preëmptief een niertransplantatie heeft gehad, is vergelijkbaar met die van een gezonde 40-jarige (nog ruim 40 jaar). Een 20-jarige patiënt met nierfalen die dialyseert, heeft een resterende levensverwachting die vergelijkbaar is met die van een gezonde 65-jarige (namelijk nog 20 jaar).

Grafiek over resterende levensverwachting

Kosten dialyse en transplantatie

De behandelingen voor nierfalen (dialyse en transplantatie) behoren tot de duurste die de Nederlandse basisverzekering vergoedt. Dialyse kost per patiënt € 80.000 tot € 120.000 per jaar.

Een niertransplantatie kost ongeveer € 80.000. Daar komen vervolgkosten bij na de transplantatie, zoals voor medicijnen tegen afstoting die patiënten levenslang moeten gebruiken. Maar de jaarlijkse kosten van transplantatie zijn, vanaf het eerste jaar na transplantatie, stukken lager dan die van dialyse.